Karin Wienholts heeft al bijna 40 jaar een trouwring om haar ringvinger: ‘Nee, ik heb mijn man niet via een advertentie in de krant leren kennen maar op een dansfeest van de middelbare school. In onze studietijd hadden we een latrelatie en woonden we in de weekenden samen. Daarna gingen we écht samenwonen in Arnhem en daarna trouwden we pas. Vlak voor mijn dertigste kregen we ons eerste kind.’
Nu Wienholts zich voor haar promotieonderzoek verdiept in meer dan tienduizend huwelijks- en contactadvertenties gepubliceerd tussen 1845 en 1995, beseft ze maar al te goed: de teksten van de advertenties spreken niet altijd over liefde en aantrekkingskracht. ‘Ik analyseer de partnervoorkeuren en zelfbeschrijvingen van de adverteerders, waarbij ik zoek naar een verband met de historische ontwikkelingen in de maatschappij rond de mensen op de huwelijksmarkt. Om maar wat te noemen: de verzuiling, de Eerste en Tweede Wereldoorlog, de emancipatie van de vrouw en de seksuele revolutie kunnen deels de partnervoorkeuren en zelfbeschrijvingen van dat moment verklaren en ook het doel van de advertentie. . In de jaren ’50 bijvoorbeeld was de wereld van de vrouw thuis en de man was de kostwinnaar in een sterk verzuilde samenleving. Vind je dat beeld ook terug in de advertenties?’