Om leerlingen te enthousiasmeren voor bèta en technologie is het belangrijk dat leerlingen de kans krijgen hun kennis en vaardigheden in de praktijk toe te passen. Praktische opdrachten op school zijn hiervoor een uitgelezen kans. Ze stimuleren leerlingen om zelf actief bezig te zijn: denken en doen komen hier bij elkaar.
De European Olympiad of Experimental Science (EOES) is een olympiade gericht op praktische opdrachten met als doel het uitdagen, stimuleren en samenwerken van bovenbouwleerlingen. De opdrachten voor de EOES bevatten zowel biologische, scheikundige als natuurkundige experimenten gerelateerd aan een maatschappelijke context. De EOES daagt leerlingen in teamverband uit om hun kennis en kunde in te zetten en met elkaar tot bèta technische oplossingen te komen. Het wedstrijdelement werkt als een vliegwiel.
Dit voorstel levert een bijdrage aan de verbetering van de kwaliteit van experimenten op school en biedt scholen ondersteuning bij het implementeren van de olympiade in het curriculum. Bovendien doen meer leerlingen een practicum ervaring op. Om bovenstaande te realiseren worden praktische opdrachten ontsloten en worden de leerling en hun ervaring in beeld gebracht. Hiermee vergroten we de kans op deelname. Oud-deelnemers worden ingezet als rolmodel.
Doel van het project
Leerlingen krijgen een realistisch beeld van interdisciplinair samenwerken, onderzoeken en experimenteren in een laboratorium, ze krijgen de kans om mee te doen aan een olympiade en ontdekken hun eigen talenten. Leerlingen ervaren hoe de disciplines met elkaar samenhangen aan de hand van authentieke praktische opdrachten gerelateerd aan actuele maatschappelijke vraagstukken. Bovendien ambiëren we met dit project de leerlingen in een N-profiel vast te houden om ook voor een bèta vervolgopleiding te kiezen.
Integratie met het reguliere schoolcurriculum
Praktische, experimentele-(laboratorium)vaardigheden en onderzoeksvaardigheden zijn onderdeel van het havo- en vwo-curriculum In de dagelijkse praktijk op scholen staan deze regelmatig onder druk. De eindexamens met de bijbehorende syllabus worden vaak als reden genoemd voor de beperkte ruimte die docenten ervaren als het gaat om het doen van practicum (Pieters et al., 2020). Dit staat in contrast met wat bètafaculteiten wensen. Door dit project worden scholen gefaciliteerd met contextrijk practicum materiaal dat aansluit op het vo-curriculum. Toevoeging van een wedstrijdelement door koppeling aan de EOES, zal werken als motivator voor zowel school als de individuele leerlingen.
Interactie met scholen
De interactie met scholen is er op twee manieren:
- Het selecteren en bewerken van de praktische opdrachten van de EOES naar geschikt materiaal voor het vo-onderwijs gebeurt in samenwerking met vakdocenten. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid om de opdrachten gemakkelijk op te nemen in het curriculum.
- De leerlingen en de aanmelding voor de voorrondes gaat via de (science)docenten van de scholen. Alle h/v-scholen in Nederland ontvangen ieder jaar in september informatie over het project. De deelnemende docenten zijn over het algemeen zeer betrokken bij hun leerlingen. Zeker bij de eindrondes, zijn de docenten vaak aanwezig bij de uitreiking van de prijzen. Bovendien zien we dat docenten de leerlingen helpen bij hun voorbereiding.
Activiteiten
We ontwikkelen 4 activiteiten:
- Het beschikbaar maken van onderzoekspractica op scholen m.b.v. internationale opgaven uit EOES.
- Ontwikkelen van ondersteunend (video)materiaal t.b.v. instructie.
- Ontwikkelen van videomateriaal t.b.v. enthousiasmeren van leerlingen (inzet van rolmodellen).
- Stimuleren van deelname aan de EOES.
Resultaat
- Bewerkte internationale praktische opdrachten geschikt voor scholen en leerlingen. Gerubriceerd op onderwerpen aansluitend op het onderwijsprogramma.
- Een opschaling van het project EOES (zie cijfermatige onderbouwing). Dat betekent meer universiteiten die meedoen, meer scholen die meedoen en meer leerlingen die een laboratoriumervaring opdoen.
- 3-6 video’s waarin laboratoriummedewerkers uitleg geven over practicumvaardigheden en apparatuur, ondersteunend aan het evenement.
- 6 video’s waarin we de deelnemende leerlingen in beeld brengen.
- Workshops met disseminatie van de resultaten voor scheikunde en natuurkunde docenten (bijvoorbeeld op Woudschoten-conferenties en Studiedagen).